2.3.2.2. Normatieve competentie
2.3.2. Verdieping per competentie
10 minuten
Algemene doelstelling normatieve competentie
Duurzaamheidsuitdagingen zijn steeds gerelateerd aan normatieve opvattingen (ieder heeft een ander idee over de richting die we uit willen, of keuzes die we moeten maken). Daarom willen we dat studenten het vermogen ontwikkelen om de heersende normen en waarden binnen het betreffende systeem in vraag te stellen alsook machtsstructuren die hierbinnen spelen. Aangezien deze normen en waarden kunnen conflicteren moeten ze ook zich leren afvragen welke normen en waarden kunnen corresponderen met duurzame systemen.
De normatieve competentie, een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes
De normatieve competentie is een cluster van:
- Kennis: zoals kennis over hoe het proces van duurzame ontwikkeling voor iedereen anders ingevuld kan worden omwille van waarden van mensen met een andere culturele achtergrond of politiek gedachtegoed.
- Vaardigheden: zoals kritisch denken.
- Attitudes: zoals respect tonen voor mens en natuur, openstaan voor waarden van de andere of openstaan voor emoties.
De normatieve competentie verder ontleed
Duurzame ontwikkeling is een waardegebonden en normatief concept. Volgende vragen staan centraal:
- In welke richting willen we als samenleving evolueren en welke keuzes moeten we daardoor maken?
- Hoe willen we ons verplaatsen, wonen, voeden en van energie voorzien, nu en in de toekomst?
- Hoe organiseren we ons onderwijs, onze gezondheidszorg en onze economie?
Deze vragen worden door verschillende actoren verschillend beantwoord, afhankelijk van hun waardenpatroon. Denken over duurzaamheid gebeurt dus vaak in een context van dissensus (zie ook hoofdstuk 1): wat wenselijk is voor de ene partij, is dat daarom niet voor de andere. Het conflict in waarden en normen kan gaan over de aard van duurzame ontwikkeling, welke actoren een rol te vervullen hebben of welke instrumenten ingezet moeten worden. Deze conflictueuze situaties worden daarbij vaak nog versterkt als mensen voor een onzekere toekomst staan en dagelijkse routines in het gedrang komen.
Daartoe leren studenten:
- het (on)duurzaamheidsgehalte van het systeem van de betreffende duurzaamheidsuitdaging (gerelateerd met systeemdenken) (collectief) inschatten;
- duurzame visies/doelen voor dit systeem (gerelateerd aan de anticipatorische competentie) creëren;
- strategieën evalueren om deze visie/doelen te realiseren (gerelateerd met de strategische competentie).
Kritisch denken als vaardigheid
Kritisch denken is een belangrijke onderliggende vaardigheid bij de normatieve competentie. Dat is het vermogen om normen en waarden, praktijken en meningen in vraag te stellen. Het is ook het nadenken over de eigen waarden, over het eigen handelen. Het doel van kritisch denken is een positie in te nemen in het duurzaamheidsdiscours, waarbij je je eigen mening in vraag stelt, maar ook wat anderen poneren. Onder andere Unesco (2017) benoemt kritisch denken als een aparte duurzaamheidscompetentie. Hier doen we dat niet maar koppelen we kritisch denken aan de normatieve competentie.
Openstaan voor emoties
Emoties zijn onafscheidelijk verbonden met ons denken, reflecteren of waarderen. Spreken we over waarden en normen, dan komen daar emoties bij kijken, zeker wanneer anderen niet dezelfde waarden en normen blijken te hanteren. Bij duurzaamheid is het belangrijk dat studenten zich leren openstellen voor - en omgaan met - de emoties die komen kijken bij het spreken over waarden en normen.
Aannames
Soms zijn onze normen en waarden gebaseerd op aannames. We maken zeer snel van veronderstellingen feiten, die we kritiekloos, zonder eigenlijk bewijs, als waarheid aannemen. Dit bemoeilijkt communicatie tussen stakeholders. Hierover kan je samen met je studenten nadenken in relatie tot je duurzaamheidsuitdaging. Je kan die duurzaamheidsuitdaging kritisch onderzoeken.
Een voorbeeld: melk produceren is noodzakelijk want melk hebben we nodig voor onze gezondheid. Maar is dat wel zo? Wie zegt dit? Bestaat daar onderzoek over? Wat met melkvervangers? Enzoverder.
Tips
⇒ Diverse groep
In iedere studentengroep bestaan verschillen in waarden en meningen. Je kan daar nog bijkomende waarden en meningen naast plaatsen in je lessen. Dit kan door andere opleidingen en docenten te betrekken, gastsprekers, rollenspelen, terreinbezoek of geschreven artikels en opinies te integreren …
Enkele concreet geformuleerde leerdoelstellingen voor de normatieve competentie
De student:
- kan de onderliggende waarden en waardenconflicten bij duurzaamheidsuitdagingen benoemen;
- kan onderscheid maken tussen feiten, vooronderstellingen en meningen, ook die van zichzelf;
- kan eigen normen en waarden onderzoeken, kan respectvol omgaan met anderen in een discussie over normen en waarden (dit overlapt deels met competentie zelfbewustzijn en interpersoonlijke competentie).
Enkele geschikte werkvormen
1. Volgende voorbeelden van werkvormen kunnen je inspiratie bieden om werk te maken van de normatieve competentie.
(Ongeveer alle werkvormen die aan bod komen bij de anticipatorische en de strategische competentie dragen eveneens bij aan de normatieve competentie.)
Kies 1 werkvorm die je interesse opwekt, je kan later altijd teruggrijpen naar deze pagina als je met de normatieve competentie in je lespraktijk aan de slag gaat.
Waarden m.b.t. een duurzame wereld verkennen door zich in te leven in de waarden van betrokken stakeholder
|
Eigen standpunten onderbouwen en andermans standpunten leren begrijpen
|
2. Het opleidingsonderdeel Science & sustainability - KU Leuven
In volgend filmpje vertellen de docenten van het vak Science & sustainability hoe ze werk maken van de normatieve competentie.
Concrete toepassingen van de normatieve competentie
Kies 1 case die je interesse opwekt.
Redelijk eigenzinnig, nadenken over mens en maatschappij Universiteitsbreed keuzevak VUB
|
Recht in een multiculturele samenleving OPO UHasselt
|
Zelf aan de slag
Vragen uit het notitieboek:
- Formuleer een leerdoelstelling voor de normatieve competentie gekoppeld aan de duurzaamheidsuitdaging die je koos.
- Welke (conflicterende) waarden spelen een rol bij je duurzaamheidsuitdaging? Hoe kan je deze waarden een stem geven in je lespraktijk (bv. via artikels, interviews, rollenspelen?)
- Formuleer een vraag over je duurzaamheidsuitdaging die het verschil in waarden en normen naar boven kan brengen.
Deze reflectievragen kunnen je verder helpen bij de uitwerking van je praktijk:
- Hoe breng je conflicterende waarden en normen in de groep?
- Hoe stimuleer je kritisch denken bij meningsvorming?
- Hoe stimuleer je studenten hun eigen positie tegenover duurzaamheidskwesties te bepalen en kritisch te evalueren, hoe laat je studenten deze delen met anderen?
- Hoe krijgen studenten waarden en meningen opgedrongen of krijgen ze de ruimte om eigen standpunten te vormen en zelf bewuste keuzes te maken?
- Hoe leren studenten een onderscheid te maken tussen feitenkennis en op waarden gebaseerde meningen?
- Hoe stimuleer je studenten om de waarden en belangen die achter meningen schuilgaan te onderzoeken?
- Hoe leer je studenten het nadenken over duurzame ontwikkeling te hanteren als een kompas wanneer ze het systeem van de duurzaamheidsuitdaging onderzoeken?
- Inleiding
-
Hoofdstuk 1
- 1.1. Wat is duurzaamheid voor jou?
- 1.2. Goed leven met respect voor de natuur
- 1.3. Een waaier aan denkkaders
- 1.4. Duurzaamheid – geen eenduidig verhaal
- 1.5. Duurzaamheid: begripsbepaling
- 1.6. Duurzaamheid– een tijdlijn
- 1.7. Complexe duurzaamheidsuitdagingen – enkele invalshoeken
- 1.8. Hoe sterk is je duurzaamheidsreflex in het dagelijkse leven?
- 1.9. Besluit: rol én impact van onderwijs?
-
Hoofdstuk 2
- 2.1. Duurzaamheid in een opleiding/opleidingsonderdeel
- 2.2. Onderwijzen OVER duurzaamheid
- 2.3. Onderwijzen VOOR duurzaamheid
- 2.4. Duurzaamheidscompetenties evalueren
- 2.5. Werken aan duurzaamheid op opleidingsniveau
- Hoofdstuk 3
- Bronnenlijst