1.5.1. Het Brundtlandrapport: de klassieke definitie
1.5. Duurzaamheid: begripsbepaling
1.5.1. Het Brundtlandrapport: de klassieke definitie
De belangrijkste conclusie van het rapport luidde dat de grootste mondiale problemen het gevolg waren van de armoede in het ene deel van de wereld, en de niet-duurzame consumptie en productie in het andere deel van de wereld. Dit zagen we ook al in de grafiek uit 1.2. die de correlatie tussen de ecologische voetafdruk en de Human Development Index in beeld bracht.
Duurzame ontwikkeling betekent in dit rapport:
"Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen".
In het bijzonder de basisbehoeften van de arme bevolking wereldwijd kwamen centraal in de focus te liggen:
“It contains within it two key concepts: the concept of ‘needs’, in particular the essential needs of the world’s poor, to which overriding priority should be given; and the idea of ‘limitations’ imposed by the state of technology and social organization, on the environment’s ability to meet present and future needs (WCED, 1987, p. 43)." (Holden, E., Linnerud, K., & Banister, D., 2014. p; 131)
Jean Hugé, VUB (Hugé, J., 2012) haalt vier redenen aan waarom dit rapport een mijlpaal is in het huidige duurzaamheidsdebat:
- De beroemde missie van het rapport, nl. de vervulling van de huidige menselijke behoeften in evenwicht brengen met de behoeften van toekomstige generaties, is de trigger van de meeste duurzame initiatieven wereldwijd.
- Het rapport heeft duurzame ontwikkeling als een substantieel onderdeel van het internationale ontwikkelingsdenken en -praktijken vastgesteld.
- Het zorgde voor een explosie van werk rond het thema.
- Het symboliseert de wereldwijde doorbraak en popularisering van het concept duurzaamheid.
“Even though there is not yet any political or scientific agreement on a definition of sustainable development, it remains remarkably persistent as an ideal political concept, similar to democracy, justice, and liberty (Meadowcraft, 2007). Indeed, sustainable development “is now like ‘democracy’: it is universally desired, diversely understood, extremely difficult to achieve, and won’t go away” (Lafferty, 2004, p.26).” (Holden, E., Linnerud, K., & Banister, D., 2014. P. 130)
Merk op dat Hopwood het Brundtlandrapport in zijn schema (zie 1.3.1. Diverse stromingen en interpretaties) situeert op de grens tussen een ‘status quo interpretatie’ en een ‘strategische of hervormingsgerichte interpretatie’. Reden daarvoor is dat het rapport uitgaat van een blijvende economische groei, indien nodig structureel bijgestuurd door overheidsbeleid.
- Inleiding
-
Hoofdstuk 1
- 1.1. Wat is duurzaamheid voor jou?
- 1.2. Goed leven met respect voor de natuur
- 1.3. Een waaier aan denkkaders
- 1.4. Duurzaamheid – geen eenduidig verhaal
- 1.5. Duurzaamheid: begripsbepaling
- 1.6. Duurzaamheid– een tijdlijn
- 1.7. Complexe duurzaamheidsuitdagingen – enkele invalshoeken
- 1.8. Hoe sterk is je duurzaamheidsreflex in het dagelijkse leven?
- 1.9. Besluit: rol én impact van onderwijs?
-
Hoofdstuk 2
- 2.1. Duurzaamheid in een opleiding/opleidingsonderdeel
- 2.2. Onderwijzen OVER duurzaamheid
- 2.3. Onderwijzen VOOR duurzaamheid
- 2.4. Duurzaamheidscompetenties evalueren
- 2.5. Werken aan duurzaamheid op opleidingsniveau
- Hoofdstuk 3
- Bronnenlijst